Authors: Arie Slotje, Reinald Curiel, Servaas Houben
link: http://www.vbcuracao.com/website/index.php?option=com_docman&task=doc_download&gid=67&Itemid=57 (pages 2-9)
pdf: VBC-Newsletter-may16
Publisher, publication date: VBC magazine, 2016-05
——————————————————————————————————————————
Sinds 2012 is er in Aruba nieuwe wetgeving die pensioenopbouw in de 2de pijler verplicht: zelfs tijdelijke arbeidskrachten bouwen onder deze regeling pensioen op. Initiatieven voor een soortgelijke opzet op Curaçao zijn tot dus ver gestrand. In dit artikel beargumenteren de auteurs dat ondanks de lastige economische omstandigheden, ook een verplicht 2de pijler pensioen goed voor Curaçao zou zijn.
Curaçao 1ste pijler pensioen: geen vetpot
Het eerste pijler pensioen is lange tijd op Curaçao erg beperkt gebleven. Het is de afgelopen 10 jaar flink gestegen maar in vergelijking met westerse landen is het nog altijd beperkt. Een volledige AOV opbouw (voor mensen die tussen leeftijd 15 en 60 voltijd in Curaçao hebben gewoond) bedraagt 862 gulden. Een toeslag is van toepassing voor gehuwden, waarvan de partner nog geen pensioen, ontvangt onder een bepaalde inkomens limiet. In vergelijking met het eerste pijler pensioen in Nederland blijft de eerste pijler in Curaçao beperkt (zie figuur 1).
Figuur 1: historische AOW/AOV uitkeringen Nederland en Curaçao
Echter, om de waarde van het staatspensioen in te schatten, moet ook het koopkrachtpeil worden meegenomen. Een van de mogelijke manieren om dit te doen, is de waarde van het staatspensioen te vergelijken met de armoede grens. In Nederland bestaat een duidelijke link tussen het minimum netto loon en de AOW uitkering: gehuwden ontvangen tijdens pensionering 50% van het minimum netto loon, en ongehuwden 70% van het minimum netto loon (zie figuur 2).
Figuur 2: verhouding AOW uitkering gehuwd en ongehuwd Nederland
In Curaçao is de uitkering niet gekoppeld aan het minimum loon of de persoonlijke situatie van de gepensioneerde. Net zoals in Nederland bestaan er verder verschillende definities van de armoede grens: van de minimale basisbehoeften of absolute armoedegrens waarin in voedsel, kleding, onderdak en zorg wordt voorzien tot een sociale armoedegrens waarin ook aspecten als mobiliteit worden meegenomen. Voor Curaçao en Nederland leidt dit tot het volgende beeld voor een huishouden van 2 gepensioneerden (zie tabel 1).
|
jaar |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
Nederland (€) |
1ste pijler pensioen (2 volwassenen) |
1,424 |
1,454 |
1,479 |
1,571 |
1,524 |
1,599 |
1,619 |
1,633 |
1,670 |
armoedegrens (2 volwassenen) |
1,512 |
1,541 |
1,558 |
1,588 |
1,626 |
1,673 |
1,702 |
1,714 |
1,726 |
|
wettelijk minimum loon (40-urige werkweek) |
1,357 |
1,399 |
1,416 |
1,435 |
1,456 |
1,478 |
1,495 |
1,508 |
1,525 |
|
Curaçao (ANG) |
1ste pijler pensioen (2 volwassenen) |
1,348 |
1,452 |
1,600 |
1,636 |
1,668 |
1,724 |
1,724 |
1,724 |
1,724 |
armoedegrens (2 volwassenen) |
1,568 |
1,631 |
1,659 |
1,705 |
1,746 |
1,801 |
1,825 |
1,853 |
1,844 |
|
wettelijk minimum loon (40-urige werkweek) |
1,101 |
1,168 |
1,265 |
1,305 |
1,331 |
1,374 |
1,374 |
1,412 |
1,420 |
Tabel 1: pensioen en armoedegrens Nederland en Curacao
Net zoals in Europa is er ook over Curaçao onenigheid over de hoogte van de armoedegrens: een studie van CBS Aruba, dat een iets hoger maar vergelijkbaar welvaartsniveau heeft, kwam uit op een armoedegrens tweemaal zo hoog. Kennelijk is het niveau van de armoedegrens erg gevoelig voor de onderliggende aannames. Er is helaas geen informatie beschikbaar over de spaarquote op Curaçao waaruit wellicht zou blijken dat mensen op andere manieren sparen om rekening te houden met beperkt overheidspensioen. Tabel 1 toont echter wel aan dat net zoals in Nederland, het eerste pijler pensioen op Curaçao geen vetpot is, waardoor extra bijsparen in de 2de pijler geen overbodige luxe is. Dit verklaart wellicht ook waarom een relatief groot deel van pensioendeelnemers op Curaçao waarde hecht aan hun DB regeling, omdat het 1ste pijler pensioen maar net in de basis behoeften voorziet.
Vergrijzing
De wereldwijde trend van langer leven heeft ook zijn intrede gedaan op Curacao. De verschillende onderzoeken van het CBS en consultancies zoals Buck en Milliman onderstrepen dat mensen langer leven. Buck heeft zowel in 2012 en 2014 een sterfte onderzoek verricht waarbij de trend over de laatste 10 jaar werd meegenomen. Uit dit onderzoek blijkt dat gedurende de periode 2002-2012 de leeftijdsverwachting van een nuljarige man met 2 jaar is gestegen, en een nuljarige vrouw met 3 jaar. Het onderzoek van 2014 bevestigde de trend van het langer leven. Curacao gaat hierdoor dus mee in de trend van langer leven die ook al in het Caribische gebied geconstateerd is.
Verder verandert ook de bevolkings piramide. Het arbeidskrachten onderzoek Curacao 2016 liet ook de volgende wijzigingen in populatie zien over de laatste 3 jaar (zie tabel 2).
Absolute aantallen | Procentuele stijging | ||||
Leeftijds groep | 2013 | 2014 | 2015 | 2013 – 2014 | 2014 – 2015 |
0-14 | 29.341 | 29.450 | 29.789 | 0,4% | 1,2% |
15-24 | 19.312 | 19.531 | 19.682 | 1,1% | 0,8% |
25-64 | 81.796 | 82.741 | 83.480 | 1,2% | 0,9% |
65+ | 22.349 | 23.124 | 24.020 | 3,5% | 3,9% |
Tabel 2: bevolkings samenstelling Curacao
Tabel 2 laat zien dat de toename in 65+’ers niet wordt opgevangen door een soortgelijke stijging in het werkende deel van de bevolking. Hierdoor komt ernerzijds de betaalbaarheid van staatspensioen, en andere sociale voorzieningen in het gedrang, en anderzijds wordt het steeds lastiger voor pensioenfondsen en verzekeraars om de balans tussen uitkerings gerechtigden en premiebetalers te vinden.
Huidig pensioenlandschap
Huidige argumenten en weerstand tegen invoering van een verplicht pensioen als invulling van de tweede pijler komen zowel van de werkgeverszijde als van de werknemerszijde. De “cost of doing business” stijgt zonder een directe stijging in productiviteit. Immers de huidige premiedruk voor staatspensioen bedraagt 15% van het inkomen van de werknemer waarvan 9% ten last van de werkgever komt.
De werknemer ziet zijn huidige directe inkomen/koopkracht dalen. De verschuiving ten gunste van toekomstige inkomen is weinig populair, daar dit denken vooralsnog niet past in de bestaande cultuur. Het pensioenbewustzijn op Curacao is laag en nodige educatie en informatie is nodig om verplicht pensioen geaccepteerd te krijgen. Daarnaast dient een mogelijke discrepantie tussen cash-out en cash-in goed te worden uitgelegd. Door regelgeving dient deze discrepantie in een vooraf bepaalde bandbreedte te worden gedirigeerd.
Meer bewustwording van zowel werkgever als werknemer dat het hier gaat om een verdeling van huidig inkomen en inkomen na pensionering is vereist. Dan zouden loonsverhogingen middels een verdeelsleutel voor een deel toegewezen kunnen worden aan toekomstige inkomen en uitgesteld loon.
Reikwijdte zorgplicht werkgever en staat
Om die vraag te kunnen beantwoorden zal ook ingegaan worden op het begrip zorgplicht en waartoe de werkgever verplicht is.
Zorgplicht is een containerbegrip dat zoveel kan omvatten dat definiëring eigenlijk onmogelijk lijkt. Echter, op het gebied van pensioen geldt voor de overheid dat de politiek omschrijft wat er wel en niet onder valt. Dit gebeurt allemaal in het kader van de Trias Politica oftewel de scheiding der machten (Wetgevende, uitvoerende en rechtelijke macht). Of alle toezeggingen wel of niet in klinkende munt worden omgezet kan van veel factoren afhankelijk zijn. Denk daarbij aan financieringstekort, politieke (on)wil etc. Kortom, zorgplicht van de overheid voor pensioen is feitelijk niet bestaand. Het komt pas tot leven wanneer de politiek wettelijk iets geregeld heeft, dat door de overheid uitgevoerd moet worden.
Scherper is de zorgplicht geregeld voor de werkgever. In artikel 7:611 van het Burgerlijk Wetboek is bepaald dat de werkgever en werknemer zich als een ‘goed werkgever’ en ‘goed werknemer’ moeten gedragen. Het gaat hierbij dus om een zeer vage norm. Deze norm zou zonder uitleg daarvan door de rechter tot veel interpretatieverschillen kunnen leiden. Jurisprudentie heeft ervoor gezorgd dat het begrip goed werkgeverschap ruim dient te worden geïnterpreteerd. Zorgplicht betekent voor de werkgever dat hij een werkplek creëert om veilig en goed te kunnen werken. Hiermee wordt voorkomen dat werknemers tijdens en bij hun werkzaamheden schade lijden. Een goed werkgever neemt dus veiligheidsmaatregelen op het werk. Echter goed werkgeverschap kan in een breder perspectief worden geplaatst. Het kan dan worden beschouwd als het gedrag van werkgevers dat optimaal rekening houdt met de belangen en gevoelens van werknemers, vanuit de overtuiging dat dit voordeel heeft voor allen. Daar staat natuurlijk goed werknemerschap tegenover. Dit is het gedrag van werknemers dat optimaal rekening houdt met de belangen en gevoelens van de werkgever, ook vanuit de overtuiging dat dit tot voordeel leidt van allen.
Dit klinkt allemaal erg idealistisch, want vanuit de historie is er toch altijd een belangentegenstelling tussen werkgevers en werknemers aan de orde geweest. Dit klopt, maar onderzoek van TNO (2006) toont aan dat bedrijven winst halen uit goed werkgeverschap en goed werknemerschap. In het onderzoek is aangetoond dat het niet alleen leidt tot een betere gezondheid en inzetbaarheid van werknemers, maar ook tot een hogere productiviteit en minder uitstroom van werknemers. Het effect van goed werkgeverschap leidt tot goed werknemerschap en omgekeerd. Zorgplicht is dus geen liefdadigheid. Pensioen kan een instrument zijn om het goed werkgeverschap te tonen.
Huidige economische omstandigheden
Sinds de schuldsanering van 2010, is de economische groei van Curaçao erg beperkt geweest over de afgelopen paar jaar (zie tabel 3).
jaar |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016[1] |
BBP groei |
1.6 |
-0.9 |
-1.6 |
-1.5 |
1.4 |
1.3 |
1.7 |
1.2 |
1.3 |
Inflatie |
4.6 |
0.7 |
3.2 |
4.6 |
4.0 |
2.5 |
1.9 |
-0.5 |
0.8 |
Werkloosheid |
– |
12.2 |
– |
11.5 |
– |
9.2 |
– |
11.7 |
Tabel 3: groei Curaçao 2008-2015
Door de beperkte historische groei, en verwachte beperkte groei is er daarom weinig appetite bij werkgevers om op dit moment een extra employee benefit te creëren. Van de andere kant is pensioen uitgesteld loon, en is het vraagstuk meer of de werknemer dit loon nu wil ontvangen, of op een later tijdstip. Wat de situatie verder vermoeilijkt zijn de lage rendementen: sinds de schuldsanering van 2010 worden alle staatsobligaties door Nederland opgekocht, met als gevolg een significante daling in het rendement (zie tabel 4).
Looptijd | 15-10-2010 | FY10 | FY11 | FY12 | FY13 | FY14 | FY15 |
10 | 5.35% | 2.54% | 2.35% | 1.58% | 2.39% | 0.71% | 0.76% |
20 | 5.65% | 2.86% | 2.64% | 2.17% | 2.85% | 1.28% | 1.40% |
30 | 6.00% | 2.50% | 2.25% | 2.82% | 1.49% | 1.54% |
Tabel 4: rendement op ex-NA staatsobligaties
Het lagere rendement vereist of een hogere premieinleg van werkgever en werknemer of een lagere pensioenaanspraak.
Toekomstige economische omstandigheden
Alhoewel er geen formele data is rondom prognoses, blijkt uit gesprekken en interviews met mensen uit het bedrijfsleven dat voor de komende jaren niet veel groei wordt verwacht. Het CBS meet twee maal per jaar de gevoelstoestand bij het Curacaose bedrijfsleven door middel van de conjunctuur enquete. Hierbij worden steekproefsgewijs een verscheidenheid van bedrijven benaderd, van eenmanszaken tot grotere ondernemingen. De enquete bestaat enerzijds uit objectieve meetcriteria zoals omzet mutaties en bedrijfsresultaten, en anderzijds uit meer subjectieve indicatoren over het huidige investeringsklimaat, en verwachtingen en vertrouwen in de toekomst. Qua investeringsopties is er de laatste 4 jaar een constant beeld, hetgeen duidt dat er weinig progressie is geboekt. Het vertrouwen in de economie daarentegen is in de eerste jaren gedaald en daarna gestegen, wellicht vanwege de onzekerheid na de val van het eerste kabinet. De meeste bedrijven blijven pessimistisch over het investerings klimaat. Bedrijfsresultaten en omzet blijven pover, en ook de verwachtingen voor 2016 zijn pessimistisch.
Overige uitdagingen
Risico spreiding op Curacao is lastig omdat de bevolking van het eiland relatief laag is, waardoor het lastiger is om risico’s met elkaar te delen: niet alleen zijn pensioenfondsen en verzekeraars gevoeliger voor uitschieters, maar ook heerst er vaak het idee dat de polishouder nooit minder wil terugkrijgen als de premie inleg, terwijl een van grondslagen van verzekeren is dat mensen bereidt zijn meer premie te betalen om uitschieters het hoofd te kunnen bieden. Een manier om pensioen aantrekkelijker te maken is om de werknemers inleg te verdubbelen en dit fiscaal te faciliteren. Een andere oplossing voor het betaalbaar houden van pensioen is om de pensioenleeftijd te verhogen zodat de premielast beperkt wordt. Deze oplossing vereist wel dat er werk voor ouderen is, en dat bedrijven naar passend werk zoeken zoals mentoring, coaching en projectwerk.
Conclusie
De conclusie dat DB pensioen op termijn onbetaalbaar is op Curaçao, en deelnemers daardoor tevreden moeten zijn met DC is iets te kort door de bocht. De lage rendementen en hogere levensverwachtingen dwingen werknemers en werkgevers kritischer de elementen van employee benefits onder de loep te nemen en een keuze te maken tussen huidig en uitgesteld loon. Vanwege de beperkte uitkering in de eerste pijler, is het idee om meer employee benefits toe te kennen aan pensioen voor Curaçao geen verkeerde gedachte. Hoewel de economische vooruitzichten somber zijn, kan dit juist een goed moment zijn om verplicht pensioen in te voeren: de bevolking is bewust geworden dat langer leven ook op Curaçao plaatsvindt en de economische crisis heeft mensen ertoe gedwongen om hun bestedingspatroon te herzien en minder te consumeren, en relatief meer te sparen. Om pensioen in de 2de pijler succesvol in te voeren, is echter wel een open en eerlijke dialoog nodig waarin werknemers bereid zijn om een deel van hun huidige loon aan te wenden voor uitgesteld loon, en werkgevers te erkennen dat hun zorgplicht ook na pensionering van toepassing is.
Referenties
Armoedegrens Aruba 2015, http://www.bearingpointcaribbean.com/bestaansminimum-aruba-opnieuw-gestegen/
Armoedegrens Nederland, https://nl.wikipedia.org/wiki/Armoedegrens
Buck consultants, Update mortality study 2015, http://buckconsultants.cw/augustus-2015-update-sterfteonderzoek-1, August 2015
Centrale bank Curacao en Sint Maarten economie cijfers, http://centralbank.cw/uploads/files/EKF-YEAR-2015-Q3.pdf
Centrale bank Curacao en Sint Maarten, Economic developments in 2015 and outlook for 2016, 24 december 2015, http://www.centralbank.cw/uploads/files/ Economische%20ontwikkelingen%20in%202015%20en%20vooruitzichten%20voor%202016_ENG.pdf
CBS Curaçao, Berekening armoedegrens voor Curaçao, 17 oktober 2008
CBS Curacao, Resultaten conjunctuurenquête jaar 2015
Gründemann R, Huiskamp R., Van arbeidskwaliteit naar sociale innovatie, Hoofddorp: TNO Arbeid, 2006.
Houben S, Longevity in the Caribbean –the end of la dolce vita?, The European Actuary October 2015
Jansen I, presentatie Arbeidskrachten onderzoek Curaçao, 15-4-2016
Yields Curaçao, http://www.centralbank.cw/financial-market-information
[1] Voorspelling Centrale Bank Curacao en Sint Maarten