Authors: Arie Slotje, Servaas Houben
link: https://actuarieelpodium.nl/wp-content/uploads/2015/12/Wet-van-de-remmende-voorsprong.pdf
Publisher, publication date: Actuarieel Podium, 2015-12
——————————————————————————————————————————
Uit het jaarlijkse onderzoek van Studie en Werk 2015[1], komt actuaris wederom naar voren als de beste starters-functie. En de uitkomsten in Nederland staan niet op zich zelf: ook onderzoeken in Amerika[2] bevestigen dit beeld. De actuaris heeft een beroep met een goed salaris, voldoende vraag, relatief weinig stress, en een prettige werkomgeving. Toch zijn er nogal wat verschillen te onderkennen tussen de ontwikkelingen in Amerika en de rest van de Engelstalige wereld in tegenstelling tot Nederland die het toekomstperspectief van de Nederlandse actuaris minder rooskleurig laten lijken:
- Verschuiving DB naar DC regelingen: steeds meer werkgevers leggen de risico’s voor oudedag voorziening neer bij de werknemer. Ook verzekeraars vervangen vanwege de lage rendementen en hogere levensverwachtingen de spaarproducten met garanties door bank producten. Hierdoor is minder actuariële kennis vereist voor projecties, dekkingsgraden en andere berekeningen die verzekerings specifieke kennis met zich meebrengen. Deze ontwikkelingen hebben zich reeds in Engeland afgespeeld waardoor de Engelse actuaris minder te lijden heeft onder deze veranderingen;
- Consolidatie pensioenfondsen: alhoewel het toezicht vanuit DNB toeneemt en kansen biedt voor actuarissen, daalt het aantal pensioenfondsen en daarmee de noodzaak voor advies. De Engelse actuaris is door de verschuiving naar DC al minder betrokken bij pensioenfonds advies zodat hij minder zal lijden hieronder;
- Beperkte bevolkingsgroei: in tegenstelling tot Amerika, is de bevolkingsgroei in Europa beperkt en hiermee ook de extra vraag naar verzekerings- en pensioenproducten. Alleen bij substantiële immigratie is een groei in de vraag naar verzekerings-producten te verwachten;
- Beperkte economische groei en verzadigde markt: omdat een groot deel van de Nederlandse bevolking al beschikking heeft tot pensioen en verzekeringsproducten en verder nog een extra buffer in de vorm van spaargeld of een eigen woning, beperkt dit de kansen op expansie. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld markten in (Oost-) Azië waar nog relatief weinig mensen pensioenen en verzekeringen hebben.
- Negatief imago: na 2008 hebben banken, pensioenfondsen en verzekeraars een negatief imago in Nederland en is veel vertrouwen beschaamd[3].
De wet van de remmende voorsprong kan verlammend werken op een land of een beroepsgroep, voornamelijk als er onvoldoende toetreders zijn en competitie die tot creative destruction[4] en innovatie kunnen leiden: Venetië was een vooraanstaande handelsnatie in het begin van de middeleeuwen maar omdat de elite steeds meer barrières opgooide voor andere toetreders, werd innovatie geremd en kreeg vasthouden aan verworven welvaart de prioriteit. Hierdoor was Venetië ’s rol als economisch centrum in 1500 uitgespeeld en daalde de bevolking zelfs[5]. Het is hedendaags vooral een museum.
Wat kunnen de Nederlandse actuarissen en het Actuarieel Genootschap (AG) doen om deze stagnatie-valkuil te voorkomen?
Koerswijziging
Welke koerswijzigingen zijn nodig om stagnatie tegen te gaan?
- Opleiding in het Engels aanbieden: zowel het universitaire gedeelte als het actuarieel genootschap gedeelte kan ook in de Engelse taal aangeboden worden. Dit sluit niet alleen beter aan bij alle internationale ontwikkelingen (Solvency II), maar geeft de Nederlandse actuaris ook een gemakkelijkere ingang bij emerging markets waarbij nog voldoende groei is en ruimte voor actuariële kennis.
Een verder voordeel van een opleiding in het Engels is dat het internationale studenten zal aantrekken. Toen de universiteit van Maastricht besloot om het onderwijs op de economie faculteit in het Engels te geven, veranderde de studenten populatie van uitsluitend Nederlands talig naar een internationale mix. Dit is goed voor de studenten zelf omdat ze meer exposure en levenservaring opdoen, maar ook voor het niveau van het onderwijs: iemand die besluit om ver van huis te gaan studeren is nu eenmaal gemotiveerder en kieskeuriger dan de gemiddelde lokale student;
- Aansluiting zoeken bij Engelse accreditatie: als de Nederlandse opleiding meer in lijn komt met de Engelse (FIA, FFA), en Amerikaanse opleidingen, zal het gemakkelijker zijn om ook in die markten te werken;
- Lagere barrières voor opzetten commissies: de Engelse actuaris vereniging bevat talrijke commissies: deze variëren van technische onderwerpen zoals het bepalen van stress testen, en langleven trends, tot softere onderwerpen zoals de verschillende manieren van het presenteren van data. Ideeën, leiden weer tot nieuwe ideeën, en het starten van initiatieven zou daarom gestimuleerd moeten worden;
- Meer gratis bijeenkomsten: bedrijven zijn vaak graag bereid om bijeenkomsten te sponseren zodat het delen van kennis en ervaringen geen dure aangelegenheid hoeft te zijn. Hierdoor wordt de barrière tot kennis delen lager: hoe meer leden het gevoel krijgen dat zij actief kunnen bijdragen in de vorm van een presentatie of paneldebat, des te meer kennisdeling en innovatie er zal plaatsvinden;
- Actievere-vorm van permanente educatie: in plaats van permanente educatie een passief karakter te geven die bestaat uit het bijwonen van congressen, zou actief leren veel meer gestimuleerd moeten worden. Het schrijven van artikelen, lesgeven, of doen van examens is een veel actievere en minder vrijblijvende rol van leren en zou daarom gepromoot moeten worden;
- Stimuleren van publicaties: de Engelse actuariaat vereniging heeft een actieve cultuur van publiceren. Talrijke position papers en andere memo’s worden door commissies opgezet en vervolgens via presentaties met de vereniging gedeeld. Hierdoor ontstaat niet alleen kennisoverdracht maar ook debat en discussie, wat de discussion papers alleen maar beter maakt. De Nederlandse actuarissen hebben veel minder een cultuur van schrijven en overleggen, hetgeen innovatie een stuk ingewikkelder maakt.
Het actuaris beroep is nog steeds uitermate intrigerend en gevarieerd vanwege de interactie tussen technische vaardigheden en soft skills zoals advisering[6]. Echter de markt in Nederland is duidelijk aan het veranderen. De Nederlandse actuaris van nu, kan er niet meer vanuit gaan dat hij zijn gehele carrière in Nederland kan slijten. Dit betekent enerzijds dat Nederlandse actuarissen kunnen besluiten om hun carrière in een ander vakgebied voort te zetten, en met de focus op big data, beleggingen en risico management lijkt het erop dat het AG voor deze weg heeft gekozen. Echter, het zou zonde zijn om voor de Nederlandse actuaris die toch graag zijn vak wil blijven uitoefenen en daarvoor bereid is om naar het buitenland te vertrekken, niet de juiste fundering mee te geven. Het AG zou zich daarom serieus moeten afvragen of een internationale insteek, door bijvoorbeeld Engelstalig onderwijs en aansluiting bij de Engelse opleidingen, de Nederlandse actuaris niet een veel flexibeler toekomstbeeld biedt.
Referenties
[1] http://www.seo.nl/fileadmin/site/rapporten/2015/2015-20_Studie__Werk_2015-def.pdf
[2] http://www.careercast.com/jobs-rated/jobs-rated-report-2015-ranking-top-200-jobs
[3] http://amweb.nl/branche-724322/vertrouwen-in-bestuurders-financials-laag
[4] Daron Acemoglu and James Robinson, Why Nations Fail: The Origins of Power, Prosperity, and Poverty